Wat is de betekenis van krommen?

2025-07-15
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Krommen

(kromde, heeft en is gekromd), I. overg., 1. een kromme, gebogen vorm of houding doen aannemen ; krom maken: de rug krommen; de wind. heeft de bomen in hun groei gekromd; men moet dit hout warm maken, om het te krommen; het leed en de vele zorgen hebben hem gekromd; — (oneig.) de hals krommen, zich onderwerpen, bu...

2025-07-15
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

krommen

krommen - Werkwoord 1. (ov) krom maken Beschermend welfde zij haar hand om het kuiken. 2. (refl) zich ~ bochtig zijn De weg kromde zich langs de steile bergkust. krommen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstand...

2025-07-15
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

krommen

krommen - regelmatig werkwoord uitspraak: krom-men 1. het krom maken ♢ de kat kromt zijn rug 2. een bocht maken ♢ de weg kromt zich hier naar links Regelmatig werkwoord: krom...

2025-07-15
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Krommen

v., kromje, krûmje.

2025-07-15
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

KROMMEN

of kromme lijnen zijn meetkundige figuren, waarvan de nauwkeurige definitie enige toelichting vereist. Een definitie van „kromme” zal nl. slechts dan juist zijn, wanneer — in overeenstemming met het spraakgebruik — de cirkelomtrek, de rechte lijn, de lemniscaat onder de definitie vallen, doch wanneer oppervlakken of discrete...

2025-07-15
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

krommen

kromde, heeft gekromd; 1. krom maken, buigen: een duig krommen door het vuur; poes kromt de rug; 2. krom worden: de weg begon te krommen; refl. haar ruggegraat begint zich te krommen, krom te worden,

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-15
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

krommen

('krommən) (kromde, gekromd) I. (heeft) 1. krom maken, (om)buigen : een tak, hout -; de rug hoe zeer het leed hem mocht; de halzen en de knieën -; men moet zich-, wil men door de wereld kom(m)en; hoe men ’t recht of kromt, wat men ook doe. 2. verkeerd maken : het rechte -. 3. schenden: het recht -. 4. zich -, een kromme houding a...