Wat is de betekenis van koperen bout?

2024-04-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

koperen bout

(1883) (Barg.) politieagent. Een verwijzing naar de sabel met de koperen greep. Ook wel: koperbout, koperen helm, koperen knoop. • Gisteren had ik eventjes een rot gegooid dat ie kikhalsde en toen zat zoo'n koperen bout mij achterna; 't was zeker een nieuwe, want anders maken zij zoo warm niet. (de Groene Amsterdammer, 29/07/1883) • De Z...

2024-04-28
Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

koperen bout

politieagent In 1883 voor het eerst opgetekend, in een krant. In 1906 voor het eerst opgenomen in een Bargoense woordenlijst, De Boeventaal van Köster Henke. Bij bout schrijft Köster Henke ‘agent van politie’ en bij koperen bout ‘agent van politie in uniform’. Bovendien vermeldt hij een spotrijmpje dat indertijd zonder twijfel...

2024-04-28
Mokums woordenboek

Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)

koperen bout

politieagent (naar de bout of kam op zijn helm?): Koperen bouten in groot tenue renden gejaagd af en aan en zwaaiden heldhaftig met hun staal in’t rond, LEONHARD 108.

2024-04-28
Boevenjargon

Professor Henry Roskam (1949)

koperen bout

agent van politie in uniform. Hij is van koper en niet van goud. Daarom noemen ze 'm de koperen bout.

2024-04-28
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

koperen bout

koperen bout, - m., (argot), agent van politie in uniform, kopek, m., Russisch pasmunt, honderdste deel van een roebel, kopij, v., handschrift, waarnaar de zetter werkt; „kopij-recht”: uitsluitend recht om een boekwerk of geschrift uit te geven, koppen, het wegslaan van den bal met het hoofd, bij voetballen.