Wat is de betekenis van Bout?

2024-04-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

bout

1) (1890) (Barg.) politieagent. Zie ook: koperen* bout. • Bout, scheldnaam voor een agent van politie, naar een koperen bout op den helm. (Taco H. de Beer en E. Laurillard: Woordenschat, verklaring van woorden en uitdrukkingen. 1899) • D'r is 'n bout bij! ... merkte zijn kameraad op. (Justus van Maurik: Toen ik nog jong was. 1...

2024-04-25
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Bout

Zie Balde

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

bout

bout - Zelfstandignaamwoord 1. verbindingsmiddel, meest uit metaal vervaardigde ronde staaf met kop, oog of haak. Een schroefbout is voorzien van een schroefdraad, een bout zonder draad noemt men een "steekbout". 2. een stuk vlees met een bot erin, meestal een poot 3. een projectiel dat door een kruisboog wordt afgeschoten 4. ontlasti...

2024-04-25
Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

bout

politieagent Omstreeks 1890 opgenomen in een Amsterdamse woordenlijst, opgesteld door A.C. de Graaf, in de verkleinvorm boudje. In 1906 voor het eerst opgenomen in een Bargoense woordenlijst, De Boeventaal van Köster Henke. Waarschijnlijk gaat het hier om een verkorting van koperen bout. Zie verder aldaar. • ‘Kijk ze daar dopp...

2024-04-25
Familienamen

Leendert Brouwer (2017)

Bout

1. Onverbogen patroniem bij de voornaam Bout uit Boudewijn of een andere Germaanse boud-naam met boud = 'dapper'. 2. Evenals Van den Bout een adresnaam die aan het toponiem is ontleend van de plek waar de eerste naamdrager woonde. In Amsterdam woonde Jan Vechtersz alias Jan Bout in het huis De Drie Bouten. (Of is de huisnaam aan de achternaam Bout...

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

bout

bout - zelfstandig naamwoord 1. apparaat dat warm wordt en waarmee je kleding strijkt ♢ als je zijde strijkt, mag de bout niet te heet zijn 2. staaf(je) zonder punt, met of zonder schroefdraad, waarmee je platen of planken aan elkaar kunt mak...

2024-04-25
Mokums woordenboek

Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)

bout

1. staaf, stang; 2. politieagent (naar de bout of kam op de helm; ook koperen bout genoemd): Koperen bouten in groot tenue renden gejaagd af en aan en zwaaiden heldhaftig met hun staal in ’t rond, want het was feest, LEONHARD 108; 3. stront, poep; je kunt me de bout hachelen, je kunt me wat, loop naar de maan; 4. mooie vrouw, stuk: ENDT.

2024-04-25
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

bout

(Bargoens, verouderd) politieagent. Naar de koperen bout op de helm. D’r is ’n bout bij! merkte zijn kameraad op. (Justus van Maurik, Toen ik nog jong was, 1901) De volgende dag had ie ’n dofgajes en twee bouten bij ’m op visite en moest ie mee. (Het Vaderland, 31/07/1927)

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Bout

1. een - draaien,zijn behoefte doen; zich ontlasten. Reeds voorkomend bij Koster Henke, ook als bouten,maar al veel ouder. Boutenin de zin van ‘defaecare’ komen we al tegen in een Nederlandse vertaling van een 18de-eeuwse klucht rond de schelmenstreken van de beruchte Franse schurk Cartouche. Deze klucht bevatte een vierhonderdtal Bargoense woorden...