Wat is de betekenis van Koenraad Kuiper?

2024-04-29
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Koenraad KUIPER

Ned. classicus (Zaandam 8 Mrt 1854 - Amsterdam 7 Febr. 1922), werd in 1898 hoogleraar in de Griekse taal- en letterkunde te Amsterdam. Voortgekomen uit de school van Cobet (hij promoveerde te Leiden in 1880), sloot hij zich geleidelijk bij de meer historische interpretatie der Oudheid aan. Hij heeft veel voor de popularisering der wetenschap gedaan...

2024-04-29
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Koenraad Kuiper

Klass. philoloog. * 8 Maart 1854 te Zaandam, ✝ 7 Febr. 1922 te Amsterdam. 1879-’98 leeraar aan het gymnasium te Zwolle en Haarlem, daarna prof. in Grieksch aan de gemeent. univ. te Amsterdam. Door kennis van taal en gesch. der Oudheid wilde hij komen tot een aesthetische waardeering der Klass. literatuur. In wijden kring trachtte hij het bese...

2024-04-29
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Koenraad kuiper

geb. 1854 te Zaandam, promoveerde in 1880 te Leiden tot doctor in de klassieke letteren op proefschrift: De Vita Niciae, was van 1879—1883 leeraar aan het gymnasium te Zwolle, van 1883—1898 te Haarlem en is sedert 1898 hoogleeraar in de grieksche taal- en letterkunde te Amsterdam. Voornaamste werken: Wijsbegeerte en Godsdienst in het dr...