kaffer
1) (1858) (< Hebr. kafar: dorp) (Barg.) boer. De term werd oorspronkelijk gebruikt door Joodse veehandelaars. Een 'kafferskeete' is een boerderij. • Kaffer, boer. (Onze Volkstaal. Deel 3. 1885. Alphabetische Woordenlijst van het Bargoensch) • Kaffer, boer, dwazerik, dwaze boer. (H. de Seyn-Verhougstraete: Het Bargoensch van Roeselare....