Wat is de betekenis van Kaf?

(dievent.) I. telw., twintig; II. zn., 1. plaats, dorp; 2. rug; 3. platte kaf, koopman van gestolen goed.

naam van de Arabische letter(s) k.

1) (19e eeuw) (< Hebr. kafar) (Barg.) dorp, stad. Iemand van het platteland, m.n. een boer is dus een kaffer*. • (Köster Henke: De boeventaal. 1906) • (E.G. van Bolhuis: De Gabbertaal. 1937) • (Fokko Bos: De vreemde woorden. 1955) • Rotwelsch schuilt ook achter de ingang ‘Kaf, dorp, stad.’ [bt]. Kaf is Rot...

kaf - Zelfstandignaamwoord 1. (n) (voeding) de vliezen rondom de graankorrels 2. (f)/(m) (Jiddisch-Hebreeuws) elfde letter van het alfabet 3. (f)/(m) (Jiddisch-Hebreeuws) getal twintig Woordherkomst [2, 3] Herkomst: Hebreeuws Verwante begrippen [2, 3] chaf, [2, 3] Jiddisj: kof

Kaf - de Kalverstraat in Amsterdam, een belangrijke winkelstraat. Vlaamse studenten spreken van de Bond. Vgl. Eng. the Broad = Broad Street te Oxford.

kaf - zelfstandig naamwoord 1. velletje(s) van gedorste korenaren ♢ als het koren wordt geschud, blijft het kaf over 1. er is veel kaf onder het koren [er is veel bij wat waardeloos is] ...

noemt men de bij het dorsen van het rijpe graan afvallende kafjes, kafnaalden en korrelloze aren. Kaf is rijker aan eiwit, voedzamer en gemakkelijker te verteren dan stro. Niettemin geldt het in de volksmond als voorbeeld van iets waardeloos of gebrekkigs: het kaf van het koren scheiden; geen koren zonder kaf; als kaf voor de wind verstuiven...

elfde letter van het Hebreeuws alfabet; getallenwaarde 20.

strooi en doppe na graankorrels uitgeneem is; die waardelose; onsin, bog; omslag, oortreksel (boek); verslete.