Wat is de betekenis van jacob van campen?

Amsterdams bouwmeester, ontwerper van het stadhuis in Amsterdam.

(1595-1657), grootste Nederlandse bouwmeester der „Gouden Eeuw", tevens schilder, ontwierp zijn eerste huis (op Keizersgracht, Amsterdam) in 1626, verbouwde daarna raadhuis Haarlem, bouwde, niet meer bestaande, huis van Const. Huygens, op de plaats van het tegenw. Ministerie van Financiën, Den Haag, voorts Mauritshuis, paleizen Hons...

(1) ook Kampen, Coomans en Jacob Jans zgeheten, Doopsgezind „bisschop” en martelaar (IJselmuiden 1505-Amsterdam 10 Juli 1535), volgde te Amsterdam Jan Volkertsz Trijpmaker op en doopte Febr. 1534 met Pieter Houtzager, die hem gemachtigd had, zonder opspraak een honderdtal gelovigen. Hij behoorde tot de stille Dopersen, was tegen het Mun...

(1595/1657), Ned. bouwmeester, ontwierp o.a het Mauritshuis te Den Haag, het stadhuis te A'dam de Nieuwe Kerk te Haarlem.

Nederl. bouwmeester, geb. laatste helft 16l,e eeuw te Amersfoort, overl. 1657; zijn hoofdwerk is het stadhuis, thans koninklijk paleis te Amsterdam; verder bouwde hij het Mauritshuis in Den Haag, het raadhuis te Maastricht, enz.

Heer van Randenbroek, geb. te Haarlem, gest. 4 Maart 1658 op den huize Randenbroek bij Amersfoort, voornaam schilder en de meest vermaarde bouwmeester van zijnen tijd. Zijn grootste bouwkunstige meesterstuk is het wereldberoemde stadhuis van Amsterdam, waarvan 28 0ct. 1648 de eerste steen gelegd,en dat 1655 voltooid werd. In 1808 werd dit trotsche...