Wat is de betekenis van invoeren?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

invoeren

invoeren - Werkwoord 1. (ov) iets nieuws introduceren Wordt het niet eens tijd om een nieuwe stijl in te voeren. 2. (ov) (techniek) invoer verzorgen in een systeem (met name informatie) Voer jij deze waarden even in? invoeren...

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

invoeren

invoeren - regelmatig werkwoord uitspraak: in-voe-ren 1. het land in brengen ♢ koffie wordt ingevoerd vanuit het buitenland 2. van start gaan, ermee beginnen ♢ de nieuwe maatregel is per 1 janua...

2024-04-26
Lexicon Energiemarkt

Jean-Paul Pinon (2003)

Invoeren

[elektriciteit] Transporteren van elektriciteit vanuit een ander land, waar de elektriciteit is opgewekt dan wel in het verkeer is gebracht, naar Nederland (artikel 1, onderdeel b, Regeling, houdende nadere regels ten aanzien van de invoer en uitvoer van elektriciteit). Zie ook: reciprociteit. Vergelijk: D: doorvoer, D: uitvoeren.

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Invoeren

v., ynfiere.

2024-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Invoeren

(voerde in, heeft ingevoerd), 1. (iem.) binnen een ruimte brengen ; (oneig.) ten tonele brengen : iem. sprekende, handelende invoeren; 2. ergens in geleiden, inbrengen, meest als techn. term: koude lucht, de stroom, een leiding, een draad ergens invoeren; — (wisk.) een waarde invoeren, bij de bewerking er in brengen ; &m...

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

invoeren

voerde in, h. ingevoerd (1 buitenlandse goederen binnen de grenzen brengen; 2 in zwang brengen, in gebruik doen komen; 3 in werking doen treden; instellen; 4 iem. op een bepaalde wijze voorstellen, ten tonele voeren enz. eig. en fig.): 1 sigaren invoeren 2 een gebruik invoeren, een nieuw woord invoeren; 3 belastingen invoeren, een wet invoeren;...

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

invoeren

('in) (voerde in, heeft ingevoerd) 1. binnen een ruimte brengen ; iemand de wachtkamer -. 2. ten tonele brengen : iemand sprekend -. 3. van het buitenland in het eigen land brengen : goederen vrij. zonder inkomende rechten, ter sluik, bedrieglijk -. Syn. importeren. Tgst. uitvoeren. 4. in gebruik, in zwang doen komen : een mode, nieuwe woor...

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Het juiste woord

Dr. L. Brouwers (1928)

Invoeren

Werkwoord: invoeren, insturen, importeren, binnensmokkelen, frauderen, iets vrij invoeren. Adjectief: invoerbaar, importabel. Naamwoord: invoering, invoer, import, impoitatie, ingaande (inkomende) rechten, differentiële rechten. invoerder, -ster, importeur. invoerartikelen, inkomende goederen, invoer.