Ik heb stroo en voeder ten uwen beste
Stroo, Gen. 24: 25. Deze uitdrukking is ontleend aan Gen. 24: 25 waar wij de woorden lezen: ook is er stroo en veel voeder bij ons, ook plaats te vernachten. Het zijn woorden welke Rebekka, Labans zuster, richt tot Eliëzer, Abrahams knecht, in antwoord op zijne vraag of er voor hem en het zijne ook nachtverblijf is in het huis haars vaders....