Ideaal
(<Fr.), I. zn. o. (idealen), 1. voorstelling van iets in de toestand van volkomenheid: zij benaderde het ideaal van vrouwelijke schoonheid ; 2. zulk een voorstelling als iets dat men verwezenlijkt hoopt te zien, waarnaar men streeft en dat men zich voorstelt als het hoogste : het ideaal zijner jeugd was reeds officier te worden ; zich...