Wat is de betekenis van Ibsen?

2024-04-28
Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

IBSEN

Henrik (1828-1906), groot en vruchtbaar Noors schrijver, werd door moeilijke jeugdjaren en de revolutionnaire beweging van 1848 gedreven naar socialistisch-gezinde kringen. Zo werd hij de leider van de naturalistisch-sociale richting op het toneel. Verschillende van zijn werken zijn een pleidooi voor de omwenteling van de menselijke geest en van de...

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Ibsen

('ipsən) (Henrik) grootste Noorweegse dichter, ° 1828, schouwburgdichter en -direkteur te Bergen en te Christiania, waar hij 1906 ✝; schreef drama’s o. a. Steunpilaren der maatschappij. Een vijand van het volk, Mededingers naar de Kroon, Nora, Spoken, De wilde Eend, Bouwmeester Solness, Wanneer wij doen ontwaken. Peer Gynt. In zijn s...

2024-04-28
Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Ibsen

Een der allergrootste toneelschrijvers van de wereld was de Noor Henrik Ibsen (1828—1906). Hij had een sombere jeugd die een stempel heeft gedrukt op zijn leven en werken. Hij werd eerst door familie-omstandigheden gedwongen, apothekersleerling te worden, doch trok in 1850 naar Oslo, dat toen nog Christiania heette, en werd in 1851 aangesteld...

2024-04-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Ibsen

Henrik, Noors toneelschrijver en dichter, 20.3.1828 Skiën, ♱23.5.1906 Kristiania (Oslo); zoon van een koopman. Toen Ibsen acht jaar was ging zijn vader failliet. Dit drukte een stempel op zijn gehele leven. Hij studeerde te Kristiania litteratuur en esthetiek. Als regisseur van de schouwburg te Bergen (1851—57) en directeur van het Norsk...