Wat is de betekenis van hondsvot?

2024-04-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

hondsvot

1) (1580) (scheldw.) laf, verachtelijk iemand. Betekent eigenlijk: geslachtsdeel van een teef. In de zestiende eeuw was 'vot' een benaming voor het vrouwelijk geslachtsdeel. Volgens De Vooys (Scheldnamen, spotnamen en vleinamen. Uit: Taalkundige opstellen. Deel III. 1941) is dit Nederduits. 'Fotze' betekent 'kut' en wordt vandaar ook overdrachtelij...

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

hondsvot

hondsvot - Zelfstandignaamwoord 1. (pejoratief) een scheldwoord voor een slordig persoon of schurk (letterlijk: de kont van een hond) Die hondsvot moet eens manieren leren! 2. (scheepvaart) een oog aan een blok waaraan het vaste deel van een loper kan worden bevestigd Woordherkomst...

2024-04-29
Jargon & Slang van Havenarbeiders

Marc de Coster (2017)

Hondsvot

Hondsvot - oog voor het derde part onder aan een katrol.

2024-04-29
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

hondsvot

laf, verachtelijk iemand. Betekent eigenlijk ‘geslachtsdeel van een teef’. In de zestiende eeuw was vot een benaming voor het vrouwelijk geslachtsdeel. Volgens De Vooys is dit Nederduits. Fotze betekent ‘kut’ en wordt vandaar ook overdrachtelijk gebruikt voor een hoer. In Mozarts brieven is er sprake van Hundsfötter....

2024-04-29
Vloeken lexicon

Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)

hondsvot

De letterlijke betekenissen van hondsvot laten aan duidelijkheid niets te wensen over: ‘vrouwelijke geslachtsdeel van een hond, hondsklink; verachtelijke kerel, ellendeling; lafbek’. In combinatie met gans is het gewoon in de 17de en de 18de eeuw. Mogelijk moeten wij hier een bastaardvloek veronderstellen van bij Gods h...

2024-04-29
Van aalmoes tot zwijntjesjager

Dr. E. Schröder (1980)

Hondsvot

Een hondsvot is een nietswaardige, laffe en verachtelijke kerel, een ellendeling en ook: een gierigaard, iemand die dood valt op een cent. Men zal het woord alleen gebruiken als scheldwoord voor mannen en dat is eigenaardig, want de eigenlijke betekenis van hondsvot is: schaamdeel van een wijfjeshond. Omdat men zich die oorspronkelijke betekenis ni...

2024-04-29
Watersport A-Z

Kramer en de Bruin (1971)

Hondsvot

Hondsvot - →Blok.

2024-04-29
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

hondsvot

gemene vent, skurk.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Hondsvot

m. (-ten), 1. scheldwoord voor een laf en verachtelijk persoon; 2. gierigaard, krent, schraalhans ; (zegsw.) men kan alle dagen geen hondsvot wezen, zei gierige Gerrit, en hij gooide een duit te grabbelen ; 3. benaming voor het reepje op de schouder van een kapotjas.