Wat is de betekenis van het Spaans hebben?

2024-04-30
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

het Spaans hebben

(1928) (inf.) er slecht aan toe zijn. • Hij heeft het Spaansch. Hij is er slecht aan toe, hij verkeert in netelige omstandigheden. (Nederlandsch tijdschrift voor volkskunde. 1928)