Het gelag betalen
alle kosten moeten betalen terwijl ook anderen er schuld aan hebben
A. Houwelink ten Cate (1977)
Wie het gelag betaalt moet al dan niet verdiend de straf voor anderen dragen. Het woord ‘gelag’ is de stam van het oude werkwoord geliggen (samenliggen), en had als zodanig de betekenis van: een verzameling van voorwerpen die bijeenliggen of bijeengelegd zijn. Later kreeg dit woord de bijzondere betekenis van gelden die door een aantal...
F.A. Stoett (1923-1925)
Onder het gelag verstond men de vertering in een herberg gemaakt; in eigenlijken zin wil de uitdr. dus zeggen ‘de vertering betalen hetzij zijn eigene, of ook die van anderen, met wie men in gezelschap geweest is, zoodat men deze vrijhoudt. Bij overdracht de straf van anderen dragen, boeten, hetzij voor hetgeen men met anderen misdreven heeft...
T. Pluim (1921)
d. i. boeten voor het kwaad, dat men met anderen heeft bedreven, of dat anderen hebben gedaan, maar waarvoor men zelf (dus onschuldig) moet boeten. Letterl. bet. het: de gezamenlijke vertering in een herberg betalen. Het woord komt van ’t oude ge liggen : d. i. samenliggen, en wel aan den maaltijd, dien men gezamenlijk bekostigt. (Denk ook aa...
F.A. Stoett
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: