Wat is de betekenis van het weerlicht?

2024-04-27
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

het weerlicht

(1981) (Vlaanderen, sch.) gezegd wanneer een vrouw met een lichaamsdeel bloot loopt. • Gezegden: ze zit met heel haar hebben-en-houwen bloot. Het bliksemt. Ge kunt héél haar jol zien. Het weerlicht. Ze spelen cinema voorniét. (Jack De Graef: Het Groot Woorden- en Liedjesboek over het Antwerps dialekt. Vierde aangevulde dru...