Wat is de betekenis van het hele spul?

2024-04-27
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

het hele spul

(17e eeuw) (inf.) iedereen. Syn. de hele reutemeteut*. Het jonge spul: de kinderen. • Als je wilt demarreren moet je rondjes van 29 rijden. Dat kan niemand. De enige redding van het marathonschaatsen zou de komst van een nieuwe heerser zijn, zoals Emiel Hopman. Een jongen die het hele spul naar huis rijdt. (NRC Handelsblad, 11/01/1991) •...