Wat is de betekenis van Half-en-half?

2024-04-27
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

half-en-half

(1962) (prost. Vlaanderen) pooier die aan het werk blijft terwijl de dame, veelal zijn echtgenote, zich prostitueert met zijn medeweten en goedkeuring. Na de dagtaak komen ze dan samen en leiden een normaal burgerleven. Ook wel ‘half-time’ genoemd, of ‘peper-en-zout’. • (Louis De Lentdecker: Zware jongens, lic...

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

half-en-half

half-en-half - Zelfstandignaamwoord 1. (voeding) mengsel van gelijke hoeveelheden varkens- en rundergehakt 2. (voeding) alcoholische drank die uit gelijke delen van twee andere soorten drank bestaat Woordherkomst samenkoppeling van half (hoofdtelwoord), en (voegwoord) en half(hoofdtelwoord) Synoniemen...

2024-04-27
Jargon & Slang van Prostituees en pooiers

Marc De Coster (2017)

Half-en-half

Half-en-half - Vlaamse hoerenterm voor een pooier die aan het werk blijft, terwijl de dame, veelal zijn echtgenote, zich prostitueert met zijn medeweten en goedkeuring. Na de dagtaak komen ze dan samen en leiden een normaal burgerleven. Ook wel half-time genoemd, of peper-en-zout.

2024-04-27
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Half-en-half

zie HALF-OM-HALF.

2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

half-en-half

('halv) 1. bn. en bw. (met) van de ene helft zo veel als van de andere. 2. m. en o. (-je) drank bestaande uit een mengsel van twee dranken : een uit curacao en bitter. Syn. half-om-half.

2024-04-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)