Wat is de betekenis van Haar (haartje):?

2024-04-28
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Haar (haartje):

1. die groeit door zijn -, schertsend gezegd van iemand die aanleg heeft voor kaalhoofdigheid of al in dat stadium verkeert. Van iemand met een kaal hoofd en een baard zegt men ook schertsend zijn haar is afgezakt. 2. een - in de soep,gezegd m.b.t. iets dat ongelegen komt. Ontleend aan Frans arrivercomme un cheveu sur la soupe.Eigenaardig genoeg ve...