Wat is de betekenis van haartje?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

haartje

haartje - Zelfstandignaamwoord 1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord haar

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Haartje

o. (-s), zie ald.

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Haartje

HAARTJE, o. (-s), zie HAAR (1ste art.).