Wat is de betekenis van Grauwen, snauwen?

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Grauwen, snauwen

(grauwde, heeft gegrauwd), op onheuse, grommende of snauwende toon spreken : grauw zo niet; ik hoor de hele dag niets dan grauwen en kijven.