grauwen
...
Marc De Coster (2020-2025)
(19e eeuw) (Barg., diamantbewerkers) springen of barsten van diamanten tijdens de bewerking. • grauwen, (Barg.) springen of barsten van diamanten gedurende het slijpen. (Fokko Bos: De vreemde woorden. 1955)
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Wiktionary (2019)
grauwen - Werkwoord 1. (intr) grauw (grijs) worden 2. (intr) snauwen grauwen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord grauw Woordherkomst afgeleid van grauw met het achtervoegsel -en
Rijksdienst voor het cultureel erfgoed (2019)
Grauw, grijs maken, hetzelfde als witten, maar met kalk waarin een grijze kleur is bijgemengd.
Jozef Verschueren (1930)
('grouwən) (grauwde, gegrauwd) 1. (heeft) [klnb.] grommen. Syn. snauwen. 2. (is) grauw worden.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
(grauwde, heeft gegrauwd), (onoverg.) op onheuse, grommende of snauwende toon spreken: grauw niet zo; ik hoor de hele dag niets dan en kijven.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: