Wat is de betekenis van gezien zijn?

2024-04-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

gezien zijn

(1914) (Leuven, stud.) niet geslaagd zijn voor een examen. • 'Gezien zijn' is niets meer dan een vervlaamsching van 't bij de Walen gebruikte 'être vu' voor 'gebuisd zijn'. (Ons Leven, 23/06/1914)

2024-04-29
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

gezien zijn

erbij zijn, verloren zijn (informeel) Beelden tonen een landschap vol loopgraven (800 km in totaal!), kapotgeschoten daken en zonder mensen, want 'wie zich liet zien, die was gezien'. (De Morgen) Als je je op dergelijke feestjes eens wat laat gaan, dan heeft men het gezien en dan ben je gezien. Je carri&egr...

2024-04-29
Groot wielerwoordenboek

Marc de Coster (2009)

gezien zijn

Niet in de goede ontsnapping zitten; in een kansloze positie fietsen. Frans: se faire larguer.

2024-04-29
Wielersportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

gezien zijn

Belg.N., spreektaal - verloren hebben, in een kansloze positie geen kans meer maken op de overwinning, bv. door niet in de beslissende ontsnapping mee te zijn.

2024-04-29
Nederlandse spreekwoorden

F.A. Stoett (1923-1925)

Gezien zijn

D.w.z. geacht zijn, in aanzien zijn, in tel zijn, de eigenschap van hem, dien men gaarne ziet; vgl. het mnl. gehoort, hij naar wien men gaarne luistert, wiens stem men graag hoort, geacht, gezien, en het 17de-eeuwsche ongezien, niet geacht, niet regu zijn (Falkl. VII, 159). In het mnl. komt gesien in dezen zin voo...