Wat is de betekenis van gesprek?

2024-04-30
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

gesprek

gesprek - Zelfstandignaamwoord 1. (communicatie) een mondelinge conversatie waarbij informatie uitgewisseld wordt Het gesprek werd onderbroken doordat zijn mobiele telefoon afging. Woordherkomst Naamwoord van handeling van spreken. Verwante begrippen conversatie

2024-04-30
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

gesprek

gesprek - zelfstandig naamwoord uitspraak: ge-sprek 1. het met elkaar praten ♢ wij voerden een goed gesprek 1. de telefoon is in gesprek [bezet] 2. dat is het gesp...

2024-04-30
Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Gesprek

Vroeg genre waarmee bij uitstek het mondelinge dialect uitgedrukt kon worden, evenals de Brijf, het Praatje (bijv. Schuitpraatje) en de Samenspraak. Met name 17de-19de-eeuws gebruik, waarbij het besprokene, de plaats of de afgelegde route en de sprekende personen in de titel weergegeven worden. In de schoolmeesterrapporten staan eveneens diverse vo...

2024-04-30
Communicatie

Mr. John Knecht en B.G.J. Stoelinga

Gesprek

Gesprek verwijst naar de tweezijdige communicatie tussen twee of enkele perso¬nen. Kenmerkend voor een gesprek zijn de per individu aangepaste inhoudelijke vorm van de boodschap en de directe beantwoording van vragen.

2024-04-30
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

gesprek

mondelinge onderhoud.

2024-04-30
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Gesprek

s.n., petear (it); onbeduidend —, waerpraetsje (it); hetergens op brengen, it praet earne op bringe; hetgaande houden, it pratende hâlde; heteen andere wending geven, yn oar praet slaen; met iem. inzijn, komen, immen to reden w&ecir...

2024-04-30
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-30
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

gesprek

o. gesprekken (mondeling onderhoud van twee of meer personen, als tijdpassering, met een bepaald doel enz.): een geregeld, een levendig gesprek; een gesprek aanknopen, afbreken, voortzetten; een andere wending aan het gesprek geven; in gesprek; het gesprek werd algemeen; het gesprek kwam op hem.

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-30
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

gesprek

(gə'sprek) o. (-ken; -je) mondeling onderhoud : de avond in onderling doorbrengen; een geregeld, levendig, onbeduidend, onderhoudend -; in treden, zijn; een aanknopen, aanvangen, af breken, gaande houden, storen, vervolgen, voortzetten; zich in een mengen; een andere wending aan het geven; het neemt een andere wending; het komt, valt op iemand...