gesprekkenteller
(gə'sprekkən) m. (-s) 1. Eig. hij die de gesprekken telt. 2. Metn. toestel bij de telefoondienst om automatisch de gesprekken te tellen.
Jozef Verschueren (1930)
(gə'sprekkən) m. (-s) 1. Eig. hij die de gesprekken telt. 2. Metn. toestel bij de telefoondienst om automatisch de gesprekken te tellen.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Gesprekkenteller - toestel voor het tellen van het aantal gesprekken in eene telefooninrichting. Een g. kan zijn ingericht voor het tellen van het aantal gesprekken, welke door iedere telefoniste worden behandeld of het aantal inkomende of uitgaande gesprekken van een aangeslotene of een groep aangeslotenen. T)e g. bevat een telwerk, dat óf direct...
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
m. (-s), teller, opgesteld in een telefooncentrale, die het aantal gesprekseenheden per abonnee registreert. (e) De gesprekkenteller bestaat uit een telwerk met vijf cijferwieltjes (maximaal 100000 eenheden). Het telwerk wordt voortgeschakeld door een elektromagneet die door elektrische impulsen wordt bekrachtigd. Elke telimpuls komt overeen met ee...
J.H. van Dale (1898)
GESPREKKENTELLER, m. (-s). inrichting aan de telefoon, die het aantal gesprekken aangeeft.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: