Wat is de betekenis van garçon?

2024-04-29
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

garçon

Het begrip garçon heeft 2 verschillende betekenissen: 1) kelner; ober. mannelijke bediende die voor zijn beroep of als bijbaan drankjes, gerechten e.d. serveert in horecagelegenheden, zoals een café of restaurant; kelner; ober. 2) ongehuwde jongen. ongehuwde, meestal jonge jongen of man; vrijgezel.

2024-04-29
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

garçon

ober/kelner (informeel) Garçon? Garçon! Voor iedereen een nieuw glaaske! En rap een beetje! (Tom Lanoye, Zwarte tranen) Belgisch-Nederlandse Standaardtaal Gangbaarheid: 4 Vlaamsheid: 2

2024-04-29
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

garçon

(de, -s) ober, kelner, bediende in een café of restaurant.

2024-04-29
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Garçon

vrijgezel (vero.); kelner

2024-04-29
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

garçon

Kelner, ober (in een restaurant enz.); als roep uitsl.: ober!; - de eerste garçon, oberkelner. Dringend gevraagd: garçons, alsook personen voor achter het buffet, Klokje 27/4/1978. Ook o.a.: Reklaamblad 12/1/1977. Gazet v. Antw. 21/4/1977.

2024-04-29
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Garçon

knaap; kelner, vrijgezel, garçonne, vrouwentype uit de jaren ’20, die het jongenstype nabootste.

2024-04-29
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Garçon

jongen, knaap; vrijgezel; knecht; koffiehuisbediende, kellner; garçon!, Aannemen!; garçon boulanger, bakkersknecht; bon garçon, goeie vent; meegaand van aard; joli garçon, knappe vent; (iron.) mooie jongen; vieux garçon, oude vrijer; garçon d'honneur, bruidsjonker; garçon de courses, boodschaplo...

2024-04-29
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

garçon

(Fr.) m. knaap; ongehuwd man, jongmens; jong*gezel; bediende in een café, restaurant enz.

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

garçon

m. -s (Fr. jongen; vrijgezel; koffie-huisknecht, kellner).