Wat is de betekenis van Fuck?

2024-04-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

fuck

1) (1960+) (Eng.) (inf.) bastaardvloek. Uitroep van ongenoegen of ergernis. Ook wel: de fuck! • Jij, jij maakt er nog geen drie. Ik maak er zes. Fuck de kloten. (Rudolf Geel: De weerspannige naaktschrijver. 1965) • Bovendien had ie drie keer 'fuck' gezegd op het toneel en moest ie daarom tweeduizend dollar boete betalen. (Bert...

2024-04-28
Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Fuck

Fuck - (Eng.), bij de jeugd een uitroep van ongenoegen; krachtterm. ‘Jullie wilden er tien hé? Ik heb vanochtend bijna leeg verkocht.’ ‘Fuck,’ zegt Leon hartgrondig. Jan Stassen: Sluitertijden, 1986 Nou zie ik ’t weer. Fuck... jij was ’t. René Appel: Geronnen bloed, 1994 We kunnen zeggen: fuck, ik ga hier niet zitten wachten tot dat waterhoofd va...

2024-04-28
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Fuck

1. als krachtterm gebruikt om ongenoegen mee uit te drukken; ook om een bepaalde uitspraak te benadrukken. Onder jongeren vervangt het steeds meer het godslasterlijke g.v.d. Nooit op z’n Engels uitgesproken, maar steeds als fuk.Vaak ook als voorvoegsel: fuckzooi. ‘Jullie wilden er tien hé? Ik heb vanochtend bijna leeg verkocht.’ ‘Fuck’, zegt Leon h...

2024-04-28
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Fuck

[Eng. = neuk] uitroep van onvrede; klote, shit.

2024-04-28
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Fuck

uitroep van ergernis

2024-04-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-28
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)