Wat is de betekenis van fossiel?

2023-09-23
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2023)

fossiel

(1919) (schol.) iemand die zijn klas overdoet. • Een leerling, die voor de tweede maal in een klas zit, heet 'ouderling' of 'fossiel', ook wel eens 'veteraan'. De Sumatra post, 12/09/1919)

2023-09-23
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

fossiel

fossiel - Zelfstandignaamwoord 1. (geologie) overblijfsel of afdruk in gesteenten van levensvormen uit het verleden 2. iemand met erg ouderwetse, verstarde opvattingen fossiel - Bijvoeglijk naamwoord 1. (geologie) tot fossiel geworden Aardgas is een fossiele brandstof. ...

Direct toegang tot alle 20 resultaten over fossiel?

Word nu vriend van Ensie
2023-09-23
Encyclopedie van de evolutiebiologie

Prof. Nico M. van Straalen (2019)

Fossiel

Versteend of anderszins bewaard gebleven overblijfsel van een organisme dat leefde in het verleden Als planten of dieren sterven en bedekt worden door sediment, vulkanische as of ander materiaal, kunnen ze fossiliseren doordat opgeloste stoffen vanuit de afzetting waarin ze liggen doordringen in de weefsels en daar mineraliseren. Het organisch mate...

2023-09-23
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

fossiel

fossiel - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: fos-siel 1. wat ontstaan is uit levende organismen ♢ steenkool is een fossiele brandstof Bijvoeglijk naamwoord: fos-siel de/het fossiele ...

2023-09-23
Alexandra van der Geer

Research Associate, Naturalis Leiden

fossiel

Een versteend overblijfsel van dieren, planten, insecten en andere levensvormen of sporen daarvan Een fossiel is een tastbaar bewijs van vroegere levensvormen. Dit kunnen de resten zijn van het organisme zelf, van hun afdrukken of sporen of van hun producten. Van een organisme blijven doorgaans alleen de harde delen bewaard, zoals het skelet, gebit...

2023-09-23
Groot Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

fossiel

ouderwets persoon; wat de Britten met een mooi woord een fuddy-daddy noemen. ‘En dan te denken,’ zei hij, ‘te denken dat ik eens dien nobelen Chinees een oud beschimmeld fossiel heb genoemd!’ (Willem Waterman, Amerika filmt, 1938) Hoeveel jaar kreeg-ie ook alweer? En zou de rechter die hem voor een stick negen maanden gaf,...

2023-09-23
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Fossiel

[v. Lat. fossilis = (op)gegraven, van fodere, fossum = graven] I. zn 1. (vroeger ook petrefact of verstening genaamd) overblijfsel van gestorven of uitgestorven plant of dier, dat van mineralogische samenst. is veranderd (zgn. 'versteend’) en als zodanig herkenbaar is. Daarnaast worden ook tot de fossi...

2023-09-23
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Fossiel

versteend (organisme)

2023-09-23
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

fossiel

fossiel - Overblijfselen, afdrukken of sporen van dieren of planten uit vroegere geologische tijden, die zijn bewaard gebleven in de aardkorst.

2023-09-23
Biologische encyclopedie

G. Th. van Kempen (1974)

fossiel

(L., fossilis = het opgegravene), versteend overblijfsel van plant of dier, of een afdruk ervan in gesteente.

2023-09-23
De vreemde woorden.
woordenboek

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Fossiel

uit de grond gedolven, versteend

2023-09-23
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Fossiel

is een overblijfsel of afdruk van een levend wezen in een in vroegere tijden gevormd gesteente. Slechts de harde delen van een organisme zijn meestal bewaard gebleven, zodat vondsten als die van de prachtig bewaard gebleven mammoeten in Siberië tot de hoge uitzonderingen behoren. Meermalen is zelfs ook de oorspronkelijke harde stof verdwenen o...

2023-09-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Fossiel

(<Lat.), I. bn., in de aarde versteend en als zodanig aangetroffen: fossiele planten en dieren; II. zn. o. (-en), als verstening (of in versteende afdruk) gevonden plant of dier; — oneig. (scherts.) persoon met zeer ouderwetse opvattingen.

2023-09-23
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

fossiel

uit de grond gedolven, inz. van voorwereldlijke overblijfselen, versteend; ~en, o.mv. versteningen, versteende overblijfsels van dieren en planten uit de voorwereld.

2023-09-23
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

fossiel

Fr. fossile, Lat. fossilis, fossa = groef, 1. bn. (uit oude aardlagen opgegraven; versteend): fossiele schelpdieren; 2. o. -en, fossiliën (versteend overblijfsel van mensen, dieren, planten).

2023-09-23
Vreemde woordenboek

S. van Praag (1937)

fossiel

versteende, voorwereldlijk overblijfselen. die opgedolven worden uit de grond.

2023-09-23
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Fossiel

Chat.: opgegraven). versteende overblijfselen v. voorwereldlijke planten en dieren, en afdrukken daarvan m aardlagen of gesteenten. Gids-F. geven aanwijzingen omtrent → geologische formaties.

2023-09-23
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

fossiel

[Lat. fossa, groef] 1. bn. en bw. versteend: -e overblijfselen. 2. o. (-en) opgegraven verstening: -en van planten, dieren, mensen.

2023-09-23
Wijsgeerigekunsttermen

Dr. C.J. Wijnaendts Francken (1925)

fossiel

(Lat. van fossum = opgegraven). Het in een der aardlagen voorkomend, al dan niet versteend overblijfsel of afdruk van een plant of dier uit eene vroegere geologische periode.

2023-09-23
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Fossiel

Fossiel - (Lat. fodio = begraven), aanvankelijk alle delfstoffen, dus met inbegrip der mineralen, omvattend, wordt het woord, als zelfstandig n.w. tegenwoordig beperkt tot de overblijfselen van levende wezens, welke in de aardlagen worden aangetroffen en welker studie zich de palaeontologie tot taak stelt. Als bijv. n.w. heeft het zijn oude beteeke...