fossiel
(1919) (schol.) iemand die zijn klas overdoet. • Een leerling, die voor de tweede maal in een klas zit, heet 'ouderling' of 'fossiel', ook wel eens 'veteraan'. De Sumatra post, 12/09/1919)
Marc De Coster (2020-2023)
(1919) (schol.) iemand die zijn klas overdoet. • Een leerling, die voor de tweede maal in een klas zit, heet 'ouderling' of 'fossiel', ook wel eens 'veteraan'. De Sumatra post, 12/09/1919)
Wiktionary (2019)
fossiel - Zelfstandignaamwoord 1. (geologie) overblijfsel of afdruk in gesteenten van levensvormen uit het verleden 2. iemand met erg ouderwetse, verstarde opvattingen fossiel - Bijvoeglijk naamwoord 1. (geologie) tot fossiel geworden ♢ Aardgas is een fossiele brandstof. ...
Direct toegang tot alle 20 resultaten over fossiel?
Prof. Nico M. van Straalen (2019)
Versteend of anderszins bewaard gebleven overblijfsel van een organisme dat leefde in het verleden Als planten of dieren sterven en bedekt worden door sediment, vulkanische as of ander materiaal, kunnen ze fossiliseren doordat opgeloste stoffen vanuit de afzetting waarin ze liggen doordringen in de weefsels en daar mineraliseren. Het organisch mate...
Muiswerk Educatief (2017)
fossiel - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: fos-siel 1. wat ontstaan is uit levende organismen ♢ steenkool is een fossiele brandstof Bijvoeglijk naamwoord: fos-siel de/het fossiele ...
Research Associate, Naturalis Leiden
Een versteend overblijfsel van dieren, planten, insecten en andere levensvormen of sporen daarvan Een fossiel is een tastbaar bewijs van vroegere levensvormen. Dit kunnen de resten zijn van het organisme zelf, van hun afdrukken of sporen of van hun producten. Van een organisme blijven doorgaans alleen de harde delen bewaard, zoals het skelet, gebit...
Marc de Coster (2007)
ouderwets persoon; wat de Britten met een mooi woord een fuddy-daddy noemen. ‘En dan te denken,’ zei hij, ‘te denken dat ik eens dien nobelen Chinees een oud beschimmeld fossiel heb genoemd!’ (Willem Waterman, Amerika filmt, 1938) Hoeveel jaar kreeg-ie ook alweer? En zou de rechter die hem voor een stick negen maanden gaf,...
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[v. Lat. fossilis = (op)gegraven, van fodere, fossum = graven] I. zn 1. (vroeger ook petrefact of verstening genaamd) overblijfsel van gestorven of uitgestorven plant of dier, dat van mineralogische samenst. is veranderd (zgn. 'versteend’) en als zodanig herkenbaar is. Daarnaast worden ook tot de fossi...
Getty Research Institute (1990)
fossiel - Overblijfselen, afdrukken of sporen van dieren of planten uit vroegere geologische tijden, die zijn bewaard gebleven in de aardkorst.
G. Th. van Kempen (1974)
(L., fossilis = het opgegravene), versteend overblijfsel van plant of dier, of een afdruk ervan in gesteente.
Veerman (1954)
is een overblijfsel of afdruk van een levend wezen in een in vroegere tijden gevormd gesteente. Slechts de harde delen van een organisme zijn meestal bewaard gebleven, zodat vondsten als die van de prachtig bewaard gebleven mammoeten in Siberië tot de hoge uitzonderingen behoren. Meermalen is zelfs ook de oorspronkelijke harde stof verdwenen o...
Van Dale Uitgevers (1950)
(<Lat.), I. bn., in de aarde versteend en als zodanig aangetroffen: fossiele planten en dieren; II. zn. o. (-en), als verstening (of in versteende afdruk) gevonden plant of dier; — oneig. (scherts.) persoon met zeer ouderwetse opvattingen.
Jacon Kramers Jz (1948)
uit de grond gedolven, inz. van voorwereldlijke overblijfselen, versteend; ~en, o.mv. versteningen, versteende overblijfsels van dieren en planten uit de voorwereld.
M. J. Koenen's (1937)
Fr. fossile, Lat. fossilis, fossa = groef, 1. bn. (uit oude aardlagen opgegraven; versteend): fossiele schelpdieren; 2. o. -en, fossiliën (versteend overblijfsel van mensen, dieren, planten).
John Kooy (1933)
Chat.: opgegraven). versteende overblijfselen v. voorwereldlijke planten en dieren, en afdrukken daarvan m aardlagen of gesteenten. Gids-F. geven aanwijzingen omtrent → geologische formaties.
Jozef Verschueren (1930)
[Lat. fossa, groef] 1. bn. en bw. versteend: -e overblijfselen. 2. o. (-en) opgegraven verstening: -en van planten, dieren, mensen.
Dr. C.J. Wijnaendts Francken (1925)
(Lat. van fossum = opgegraven). Het in een der aardlagen voorkomend, al dan niet versteend overblijfsel of afdruk van een plant of dier uit eene vroegere geologische periode.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Fossiel - (Lat. fodio = begraven), aanvankelijk alle delfstoffen, dus met inbegrip der mineralen, omvattend, wordt het woord, als zelfstandig n.w. tegenwoordig beperkt tot de overblijfselen van levende wezens, welke in de aardlagen worden aangetroffen en welker studie zich de palaeontologie tot taak stelt. Als bijv. n.w. heeft het zijn oude beteeke...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel lid van Ensie en geniet van alle voordelen: