Fortuin
I. v., 1. de geluksgodin: de Fortuin wordt voorgesteld als een geblinddoekte vrouw op een rad of een bol staande; 2. (fig.) het lot als over het leven, over voor- en tegenspoed beslissende macht: de wisselvalligheden der fortuin; de fortuin dient hem, hij is voorspoedig ; de fortuin heeft hem de nek toegekeerd, de rug toege...