Wat is de betekenis van fluit?

2024-04-26
Klankschaal ABC

Geert Verbeke (2000)

fluit

Sinds het Stenen Tijdperk krijgen fluiten, als melodie-instrumenten, een magische en bezwerende betekenis mee. Overal ter wereld zijn fluiten toverinstrumenten, dus niet alleen in de opera van Mozart. Fluiten worden het vaakst solo bespeeld, bij rituelen rond oogsten, stormen en overlijden. In culturen met een orale overdracht vertolken fluiten de...

2024-04-26
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

fluit

Het begrip fluit heeft 7 verschillende betekenissen: 1) blaasinstrument. muziekinstrument dat meestal bestaat uit een lange, ronde en holle staaf die voorzien is van vingergaten, dat wordt bespeeld door aanblazen van een luchtstroom op een scherpe rand aan het mondgat en dat een bereik van meerdere octaven kan hebben. Het woord wordt gebr...

2024-04-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

fluit

1)(17e eeuw) (inf.) mannelijk lid. Het WNT geeft al een citaat uit 1651 (M. van Merwede). 'Om de duit en de fluit draait de hele kluit.' Zie ook: aan zijn fluit trekken. • Fluit, mannelijke roede. (Jozef Cornelissen & Jan Baptist Vervliet: Idioticon van het Antwerpsch dialect. Aanhangsel. 1906) • De diender naast Eva.... En Adam voor...

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

fluit

fluit - Zelfstandignaamwoord 1. (muziekinstrument) een blaasinstrument 2. een op luchtstroom werkend signaalinstrument 3. (scheepvaart) een zeventiende en achtiende eeuws, zeegaand vrachtschip met drie masten 4. een wijn/champagneglas met voet, het antieke model (17e eeuw) is erg lang en taps toelopend, het moderne is korter en boller...

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

fluit

fluit - zelfstandig naamwoord 1. lang blaasinstrument van hout of metaal ♢ hij speelt prachtig op de fluit 1. het kan me geen fluit schelen [helemaal niets] 2. dat is een fluitj...

2024-04-26
Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

fluit

Schertsende benaming voor het mannelijk geslachtsorgaan. In deze betekenis reeds opgetekend in de achttiende eeuw (bijvoorbeeld in ‘Den nieuwen almanach van Louw en Krelis’. 1774). Instrumenten en gereedschap zijn geliefde metaforen (meestal in dubbelzinnige toespelingen) wanneer het gaat om (volkse) synoniemen voor het lid *. Eveneens in andere ta...

2024-04-26
Dromen encyclopedie

Fink (1998)

Fluit

Zoals alle blaasinstrumenten (zie elders in dit boek) mannelijk-seksueel uit te leggen. Wie in de verte iemand op een fluit hoort spelen, verlangt naar een geliefd persoon. Bespeelt hij zelf de fluit, dan wijst dit op liefdesverdriet.

2024-04-26
Bierwoordenboek

Bierwoordenboek.nl (2017)

Fluit

Een fluit is een andere benaming voor een fluitglas, fluitjesglas of fluitje.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Fluit

houten of metalen blaasinstrument. Sommige worden in de lengte-, andere in de dwarsrichting (concertfluit) bespeeld. Vroeger werden de gaatjes in de fluit met de vingers afgedekt, tegenwoordig behalve bij de blokfluit - door klepjes; zie ook afb. dwarsfluit.