Flierefluiter
m. (-s), losbol, nietsnutter.
Ewoud Sanders (2025)
Over de herkomst van het woord flierefluiter valt iets nieuws te melden. Vorige week beleefde het woord flierefluiter een piek. Aanleiding was het nieuws over Bernhard van Lippe-Biesterfeld (1911-2004). Anders dan de prins-gemaal bij hoog en laag had volgehouden, was hij wel degelijk lid geweest van Hitlers NSDAP. Al eerder was een ko...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Marc De Coster (2020-2025)
(19e eeuw) (spot.) meisjesverleider; rokkenjager; lichtzinnig persoon; vrolijke Frans; bon-vivant; fuifnummer; losbol; pierewaaier; lummelaar; nietsnut. Er bestaan ook varianten: fierefluiter; fierlefluiter, vlierfluiter. Van de vlier werden fluitjes gemaakt. Er bestaat ook een werkwoord: flierefluiten (niets doen, lummelen). Het WNT geeft volgend...
Wiktionary (2019)
flierefluiter - Zelfstandignaamwoord 1. een vrolijk, oppervlakkig persoon die zich niets aantrekt van normen en waarden en vooral lui en werkschuw is ♢ Arme Omar Sy. Sinds zijn doorbraak in Intouchables mag hij vooral opdraven in de rol van vrolijke, viriele zwarte man die tegen wil en dank de zorg op zich ne...
Muiswerk Educatief (2017)
flierefluiter - zelfstandig naamwoord uitspraak: flie-re-flui-ter 1. iemand die zonder zorg door het leven gaat ♢ haar zoon is een echte flierefluiter Zelfstandig naamwoord: flie-re-flui-ter de flierefluiter ...
Marc de Coster (2007)
(vnl. in Vlaanderen) lichtzinnig persoon; losbol; pierewaaier; vrouwengek. In Nederland uitsluitend gewestelijk. ‘Flierefluiters oponthoud’ is een roman van A.M. de Jong. Bellende was in den hoek met enige flierefluiters aan ’t vrijen. (Stijn Streuvels, De teleurgang van de Waterhoek. 6de druk, 1964. lste druk 1927)
Walter De Clerck (1981)
Ter aand. van een lichtzinnig persoon: rokkenjager, vrouwengek; losbol, boemelaar, fuifnummer, pierewaaier; ook: nietsnut. Hoelang duurt dat flikflooien al in droogloods en oven?... De flierefluiter heeft zich verbrand aan schoon Margrietje... Te laat om zich nog terug te trekken... Dan maar trouwen, WACHTERS 1946, 138. Bellende was in den hoek met...
Dr. L.M. Metz (1937)
Losbol, nietsnutter. Afgeleid van vlier en van fluiter. Van de vlierstruik kunnen fluitjes gemaakt worden.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: