Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

flierefluiter

betekenis & definitie

(vnl. in Vlaanderen) lichtzinnig persoon; losbol; pierewaaier; vrouwengek. In Nederland uitsluitend gewestelijk.

‘Flierefluiters oponthoud’ is een roman van A.M. de Jong. Bellende was in den hoek met enige flierefluiters aan ’t vrijen. (Stijn Streuvels, De teleurgang van de Waterhoek. 6de druk, 1964. lste druk 1927)