Wat is de betekenis van Flegmatiek, flegmatisch?

2024-03-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

flegmatiek, flegmatisch

bn., bw. (Fr.-Lat. phlegmaticus: onaandoenlijk; traagkalm; onverschillig; koel van bloed).

2024-03-28
Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Flegmatiek, flegmatisch

= koudbloedig, ongevoelig, kalm. Onder de verschillende karaktertypen, die intusschen zelden of nooit geheel zuiver voorkomen, zijn de flegmatici die menschen, welke regelmatig leven, betrouwbaar zijn, bijna nimmer in geestdrift geraken, en zich met toewijding aan hun levenstaak geven; zij nemen niet gemakkelijk een besluit, maar als ze het gedaan...

2024-03-28
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

flegmatiek, flegmatisch

flegmatiek, flegmatisch, - slijmerig ; koudbloedig; ongevoelig; lauw.