fixeren
1) (2003) (med.) vastbinden van een patiënt. • Hij was rustig die nacht. Dat wil zeggen dat zijn gevecht om elke ademtocht niet gepaard ging met heftige hoofdbewegingen en gepluk aan dekens en aan slangen in zijn neus. Wegens dat gepluk zaten mijn broers en ik bij toerbeurt naast hem, want vastbinden (fixeren in ziekenhuisjargon) vonden w...