fixeren
...
ChatGPT (2023)
Fixeren betekent iets stevig vastzetten of vastmaken, zodat het niet meer kan bewegen. Fixeren kan ook betekenen dat men zich op iets of iemand focust of de aandacht op iets vestigt. Het woord wordt in verschillende contexten gebruikt: - (medisch) in de geneeskunde betekent fixeren vaak het vastzetten van een lichaamsdeel (zoals een gebroken bot...
Marc De Coster (2020-2024)
1) (2003) (med.) vastbinden van een patiënt. • Hij was rustig die nacht. Dat wil zeggen dat zijn gevecht om elke ademtocht niet gepaard ging met heftige hoofdbewegingen en gepluk aan dekens en aan slangen in zijn neus. Wegens dat gepluk zaten mijn broers en ik bij toerbeurt naast hem, want vastbinden (fixeren in ziekenhuisjargon) vonden w...
Genootschap Onze Taal (2020)
UIT: 'Fietsagente' geeft interview over aanslag Apeldoorn (Maud Efting, de Volkskrant, 10 juni 2009) CONTEXT: 'Biker' Sharon Koenders, die net op tijd kon wegduiken voor de auto van Karst T., vertelt in het interview hoe ze vlak na de aanslag door het achterraam klom van de tweedeurs Suzuki. Dat deed ze omdat ze de kleinste was...
Wiktionary (2019)
fixeren - Werkwoord 1. (ov) de blik onafwendbaar op iets richten ♢ Hij fixeerde zijn blik op de secondewijzer van de klok. 2. (fotografie) (ov) een ontwikkeld fotografisch beeld vastleggen door een behandeling met bijvoorbeeld een thiosulfaatoplossing ♢ Deze foto is...
Muiswerk Educatief (2017)
fixeren - regelmatig werkwoord uitspraak: fix-e-ren 1. onbeweeglijk vastzetten ♢ het gebroken been werd gefixeerd met gips 2. strak aankijken ♢ hij fixeerde mij met zijn ogen ...
Jannes van Everdingen en Arnoud van den Eerenbeemt (2010)
Onbeweeglijk maken van een deel van het lichaam voor een behandeling. Soms is het nodig het hele lichaam van een patiënt of een deel ervan onbeweeglijk te maken omdat dit bij een behandeling nodig is. Iemand heeft bijvoorbeeld een auto-ongeluk gehad, is uit de auto geslingerd en ligt op straat met pijn in de nek. Als de ambulanceverpleegkundigen ve...
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[Fr. fixer, van MLat. fixare, van Lat. fixus, zie fix] 1 onbeweeglijk vastzetten (bijv.: een gebroken arm): (fig.) vastleggen, vaststellen (bijv.: een bedrag of prijs, een datum); 2 iem. fixeren, iem. onafgebroken aankijken (meestal op onbescheiden, onbeleefde wijze); 3...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: