Fiasco maken of lijden; het is (bleek) een fiasco
geen succes hebben, een mislukking blijken te zijn. Het znw .fiasco is van Italiaanse oorsprong en betekent eig. fles. In het Ital. komt far fiasco niet voor; wel appiccare il fiasco, in de zin van „de kat de bel aanbinden”, maar ook in die van „iemand een smet aanwrijven”, vooral door een lasterschrift hem zijn krediet en g...