eigenlijk
eigenlijk - Bijvoeglijk naamwoord 1. oorspronkelijk. ♢ De eigenlijke bedoeling was om de kamer te versieren, maar er was geen tijd meer. 2. echt, waar. ♢ Wat is nu je eigenlijke bedoeling, want dat begrijp ik nog steeds niet goed. ...
Wiktionary (2019)
eigenlijk - Bijvoeglijk naamwoord 1. oorspronkelijk. ♢ De eigenlijke bedoeling was om de kamer te versieren, maar er was geen tijd meer. 2. echt, waar. ♢ Wat is nu je eigenlijke bedoeling, want dat begrijp ik nog steeds niet goed. ...
Muiswerk Educatief (2017)
eigenlijk - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: ei-gen-lijk 1. wat echt zo is ♢ de eigenlijke oorzaak van de ramp is die kapotte motor 2. in de grond van de zaak, in werkelijkheid ♢ ze doet wel boo...
Paul Frentrop (2001)
‘Eigenlijk zou ik het moeten doen’ betekent: ik weet wel dat ik het moet doen, maar ik doe het toch niet. Eigenlijk is een moreel woordje. Zondebewust. ‘Helaas’ is ook een moreel woordje, maar dan omgekeerd. Helaas betekent: ik weet wel dat ik het niet moet doen, maar ik doe het toch. Met helaas geef je toe dat je de mores b...
Fa. A.J. Osinga (1952)
adv., eigentlik(en), einlik(en) eins, wezentlik(en), winlik(en), winliks, feitlik(en), feitliks, fan rjochten.
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. en bw., I. bn., waar, echt, de naam verdienend van, volgens het wezen der zaak, in engere zin: hij heeft geen eigenlijk beroep, geen bezigheid die beroep kan heten ; hij schildert ook wel, maar zijn eigenlijk beroep is timmerman; dit zijn afschriften, de eigenlijke stukken liggen in het archief, de ware, echte ; — de eige...
M. J. Koenen's (1937)
I. bn. (alle eigenschappen bezittend van; geheel aan zijn naam beantwoordend; volgens het wezen der zaak; in engere zin): een eigenlijke geestigheid was het niet; de eigenlijke betekenis van een woord, werkelijke; de eigenlijke dader;
Jozef Verschueren (1930)
('eigənlək) I. bn. 1. geheel aan zijn naam beantwoordend: zonder -e geestigheid. 2. werkelijk : de -e dader. 3. letterlijk : de -e betekenis van een woord. Tgst. figuurlijk. II. bw. 1. als men het goed nagaat : was het toch te dwaas. 2. naar waarheid: gezegd. 3. in volle zin : vrolijke onderwerpen.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
I. bn., waar, echt, de naam verdienend van, volgens het wezen der zaak, in engere zin: hij heeft geen beroep, geen bezigheid die beroep kan heten; hij schildert ook wel, maar zijn eigenlijk beroep is timmerman; dit zijn afschriften, de eigenlijke stukken liggen in het archief, de ware, echte; de eigenlijke reden; de eigenlijke koper, voor wie het i...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: