Wat is de betekenis van Een gortenteller?

2024-04-28
Nederlandse spreekwoorden

F.A. Stoett (1923-1925)

Een gortenteller

D.i. eigenlijk iemand, die de gortkorrels telt, een krenterige kerel, gierigaard, en later een man, die zich met de kleine aangelegenheden van de huishouding bemoeit, een keukenpiet, een keukenklouwer, een [i]hennetaster(Ndl. Wdb.[/i] VI, 579; fr. un tate-poule), ook wel een erwtenteller (Schuermans 69 b) of een zoutt...