Wat is de betekenis van Ebionieten?

2025-07-15
Woordenboek der oudheid

Prof. dr. J. Nuchelmans - Dr. J.H. Brouwers (1976)

EBIONIETEN

Ebionieten (de ’armen’, naar het hebreeuwse ebjon), een joods-christelijke sekte uit de eerste eeuwen, voornamelijk ten oosten van de Jordaan. Wij bezitten over hen verspreide mededelingen. De ebionieten zagen in Christus de grootste van de profeten, niet de Zoon van God. Ze aanvaardden ook niet het soteriologisch aspect van het christendom....

2025-07-15
Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

EBIONIETEN

is de naam (Hebr.: ’ebjoniem’, armen) van een joods-christelijke sekte uit het Overj ordaanse en ook elders. Wij kennen deze groep, waarvan de naam wellicht enige relatie verraadt tot de oudste, joods-christelijke gemeente te Jerusalem, die ook werd aangeduid als ,,de armen" (Gal. 2:10, Rom. 15 : 26; vgl. ook de benaming „de...

2025-07-15
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Ebionieten

een Joods-Christelijke secte in de eerste eeuwen van het Christendom, uitgestorven omstreeks 500. Handhaafden de Mozaïsche wetgeving en verwierpen de autoriteit van Paulus omtrent de aanspraak der heidenen op het Evangelie.

2025-07-15
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

Ebionieten

m. mv. (Hebr.) eig. de armen, secte van tot het Chr. bekeerde Joden, ten O. v. d. Jordaan. Hun beginselen zijn; armoede, vegetarisme, besnijdenis, sabhathviering, verwerping van offers en v. h. O. T. en de leer dat Jezus niet wonderbaar was geboren, maar eerst bij de doop tot Messias was geworden.

2025-07-15
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

EBIONIETEN

(Hebr. ’ebjoniem = armen, vgl. Matth. 5:3). (1) Reeds in Ps. 10, 34, 35, 68, 72, 140 en bijv. Jes. 61:1 ontmoeten wij ‘anawiem en ‘nijiem, d.w.z. „armen”, kleine luyden, wier vroomheid anders was dan die van de deskundigen (vgl. Joh. 7:49). (2) Bij de ketterbestrijders, bijv. Epiphanius, is het ee...

2025-07-15
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

ebionieten

(ebio'nitən) mv. (enk. ebioniet) Joodskristelijke sekte in de I-Vde eeuw, die de godheid van Kristus loochende en naast de kristelijke leer, ook de wet van Mozes beleed,

2025-07-15
Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Ebionieten

De naam Ebionieten, die het eerst gebruikt is door Irenaeus, is niet afgeleid, zooals sommige kerkvaders, o.a. Tertullianus, Epifanius, Hieronymus en zelfs Augustinus meenden, van een sectehoofd, Ebion genoemd, maar het is afgeleid van het Hebreeuwsche woord „ebjön”, dat „arm” beteekent. Minucius Felix schrijft: „...

2025-07-15
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Ebionieten

Ebionieten - naam ontleend aan het Hebr. „ebionim”, armen. Zoo noemden zich de eerste eenvoudige Christenen, vgl. Matth. 5:3, met name de kring te Jeruzalem. Ook heidenchristenen namen den naam over. Later kwam uit Antiochië het woord Christen, waardoor hij verdrongen werd en zich meer en meer terugtrok tot een klein Joodschgezind kringetje, dat ei...

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-15
Beknopt kerkelijk handwoordenboek

M.C. Nieuwbarn O.P. (1910)

Ebionieten

leden der joodsch-christel. ketterij der eerste eeuwen, welke de Godheid van den Zaligm. loochenden en den h. Apostel Paulus als afvallige verwierpen.