drup
drup - Zelfstandignaamwoord 1. druppel ♢ Uit de kraan komt geen drup. 2. het vallen van druppels ♢ Hoewel het gestopt was met regenen, zorgde de drup van de bomen ervoor dat we kletsnat thuis kwamen. drup - Werkwoord 1. eerste persoo...
Wiktionary (2019)
drup - Zelfstandignaamwoord 1. druppel ♢ Uit de kraan komt geen drup. 2. het vallen van druppels ♢ Hoewel het gestopt was met regenen, zorgde de drup van de bomen ervoor dat we kletsnat thuis kwamen. drup - Werkwoord 1. eerste persoo...
J.H. van Dale (1898)
DRUP, m. (-pen), druppel: ze hadden geen drup water meer; — het in druppels neervallen eener vloeistof — in den drup staan, zoo dat de druppels op iem. vallen; — pijnlijke zwelling en ontsteking der borsten bij jonge kraamvrouwen, melkklonter; — borrel; — veel van den drup houden, aan den drank verslaafd zijn; &md...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: