Wat is de betekenis van doffer?

2024-04-26
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

doffer

mannetjesduif. mannelijke duif; mannetjesduif. Voorbeelden: Doffers zoeken een nest uit waar ze de duivinnen naar toe lokken, om te koppelen en zich voort te planten. http://home.wanadoo.nl/halsema/pagina17.htm Die doffer was als jaarling duifkampioen van de vereniging geworden. http://www.pipa.be/artikels/vanderwegen1.htm...

2024-04-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

doffer

1) (1903) (Amsterdam, Leiden, Barg.) klap, slag. • (Köster Henke: De boeventaal. 1906) • Toen stortte de kerel zich op hem en wilde zijn zakken leegpulken. Maar daar had Jantje juist op gewacht. Want hij gaf hem een doffert, dat de sterretjes bij hem in het rond spatten. (Israël Querido: De Jordaan: Amsterdamsch epos. Deel 3: M...

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

doffer

doffer - Zelfstandignaamwoord 1. (dierkunde) een mannetjesduif De doffer broedt meestal overdag op de eieren en de duivin de rest van de tijd. doffer - Bijvoeglijk naamwoord 1. onverbogen vorm van de vergrotende trap van dof Woordherkomst Naamwoord van handeling van...

2024-04-26
Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

doffer

slag, stoot, klap In 1903 voor het eerst aangetroffen, in een literaire tekst. In 1937 voor het eerst opgenomen in een Bargoense woordenlijst, De Gabbertaal van E.G. van Bolhuis. Ook aangetroffen als dofferd. Afgeleid van het werkwoord doffen (‘slaan’). • Bloed van moord of zoowat heb ’k goddank nooit an me vingers gehad, al h...

2024-04-26
Verklarend en etymologisch woordenboek van de Nederlandse vogelnamen

Klaas J. Eigenhuis (2004)

Doffer

Algemene N naam voor het ♂ van de Duif ←; dikwijls is de gedachte aan een vogeltaxon (de orde Columbiformes) ver verwijderd, wat de spelling doffer dan rechtvaardigt [vD ]. Het lange bestaan van een speciale naam voor het ♂ van de vogel (net als Haan naast Hoen) wijst erop dat Duiven (en Huishoenders) al even zo lang bij de mensen bekend waren...

2024-04-26
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Doffer

mannelijke duif; zie duiven.

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Doffer

s., doffert.

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Doffer

m. (-s), 1. mannetje van de duif, op vele plaatsen arend geheten ; 2. (volkst.) hoerenjager ; 3. laatste wals aan een kaardmachine, die de gekaarde katoen van de tamboer opneemt, kamrol, afnemer.

Wil je toegang tot alle 19 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

doffer

m. -S (mannetjesduif); zie arend.