Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Gepubliceerd op 11-02-2019

doffer

betekenis & definitie

slag, stoot, klap

In 1903 voor het eerst aangetroffen, in een literaire tekst. In 1937 voor het eerst opgenomen in een Bargoense woordenlijst, De Gabbertaal van E.G. van Bolhuis. Ook aangetroffen als dofferd. Afgeleid van het werkwoord doffen (‘slaan’).

• Bloed van moord of zoowat heb ’k goddank nooit an me vingers gehad, al heb ’k er wel ’s een ’n doffer verkocht, dat ie niet kijken kon.’ ¶ M.J. Brusse, Snok en Sam (1911, tekst uit 1903), p. 24
• ‘En toe, hier Haan, oak nie fan gister, plantte die eine een knoert tussche se oage, maor tegelaak kreig ik fan die ander een doffer teige me mieter op.’ ¶ Nono, Amsterdammers (1929), p. 90. De schrijver verklaart de betekenis in een woordenlijst.