Gepubliceerd op 16-11-2020

Doffer

betekenis & definitie

Algemene N naam voor het ♂ van de Duif ←; dikwijls is de gedachte aan een vogeltaxon (de orde Columbiformes) ver verwijderd, wat de spelling doffer dan rechtvaardigt [vD ].

Het lange bestaan van een speciale naam voor het ♂ van de vogel (net als Haan naast Hoen) wijst erop dat Duiven (en Huishoenders) al even zo lang bij de mensen bekend waren c.q. alshuisdieren gehouden werden; dit om het vlees en om de eieren. Mogelijk verklaart dit de friese namen Doffert 'f Kieviet' ← en Doke '¥ Kieviet' ←; immers speciaal in Friesland was (en is) ook de Kieviet eierleverancier'.

Zie ook Duifhoorn.

ETYMOLOGIE N Doffer (doffer) (1616), fries Doffert ←, vlaams Duiver, Duiverik [WVD] <mnl Duver [jvM], Duveric, Duverinc [MH] {mnl Duvoor, Duufhorn, Duufhoern, Dofhorn [MH] behoren bij Duifhoorn ft}; nederduits Düwer, Düffer(t), Duffert <mnd düffer, duver [Suolahti; VT]; Duberd in Thüringen neemt tussenpositie tussen Duffert en Tauber in; D Tauber, Täuberich <mhdtuber.

Het suffix -er wordt verondersteld naar het ♂ dier te verwijzen, net zoals in Kater bij Kat. De oorsprong van dit suffix is niet bekend (FWH en NEW veronderstellen germ *-ran); Kluge 1888 [Suolahti 1909 p.210] neemt *haro aan, maar Kluge 1899 noemt een dergelijk suffix niet. Bovendien blijkt dat maar weinig woorden dit suffix kregen (Marter bijv. heeft het niét, contra NEW sub kater 1); eigenlijk worden alléén Doffer en Kater als voorbeelden opgevoerd. Daarom is het het overwegen waard, of er bij Doffer eerder sprake is van een oude ss., te weten van duva 'Duif' + aran 'Arend, Vogel', waarvoor zie Duifhoorn, Hoorn en Merelhoorn. {S&S spreken inderdaad van "Duifhoorn ... werd verkort tot Doffer" (p.62). Alleen voor Kater is zo'n ss. onwaarschijnlijk: een Kater is immers geen 'Vogel'.} In Doffert ← en Duiverd (in Linkhout (BL)) kan paragogische t resp. d worden aangenomen.

Het suffix -erik zou naar analogie van het suffix in Ganzerik ← (en D Enterich) kunnen zijn gebruikt [Suolahti p.211].