dochter van de touwslager
(1920) (Barg.) strop; galg. Syn.: drie* balken; Lijntje* Nijpkeels; Lijntje’s* dochter. De beul noemde men destijds de galgenkapelaan*. • Het slang en in het biezonder de boeventaal, heeft eigen termen voor de gevangenis: bak, doos, kast, nor, het grote pakhuis, het hotel de houten lepel, het rooie dorp, de paraplu. Gevangeniss...