Wat is de betekenis van defect?

2025-07-15
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Defect

(<Lat.), I. bn. (-er), beschadigd en daardoor onbruikbaar : de machine, de leiding is defect, er is iets niet in orde, zodat zij niet goed werkt; — (boekdr.) deze letter is defect, is onregelmatig gegoten; — geschonden : het werk is defect, er ontbreken bladen (afleveringen of delen) aan; II. zn. o. (-en), gebre...

2025-07-15
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

defect

defect - Bijvoeglijk naamwoord 1. kapot, niet werkend     ♢ Het defecte apparaat kon niet meer gerepareerd worden. defect - Zelfstandignaamwoord 1. storing, beschadiging van een apparaat     ♢ De defecten werden provisorisch verholpen.

2025-07-15
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

defect

defect - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: de-fect 1. niet meer werkend ♢ dit apparaat is defect 1. defect raken [kapot gaan] Bijvoeglijk naamwoord: de-fect ...

2025-07-15
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Defect

gebrek waardoor iets niet goed meer functioneert.

2025-07-15
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Defect

o., gebrek, leemte, tekort, bijv. nw.: beschadigd

2025-07-15
Eerste Medisch Systematische Ingerichte Encyclopedie

Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)

Defect

1. vitium, het ontbreken van iets, hetzij aangeboren of door operatieve verwijdering; 2. een vullingsdefect op een, met behulp van contrastmiddelen gemaakte röntgenfoto vaak de aanduiding van een afwijking (gezwel, kramp of vreemd voorwerp).

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-15
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

Defect

gebrek, fout.