Wat is de betekenis van Defectief?

2024-04-27
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Defectief

gebrekkig, onvolledig

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Defectief

(<Fr.), I. bn., gebrekkig, onvolledig; (taalk.) defectieve werkw., die niet alle vormen of tijden hebben; II. zn. o., defectief ww.

2024-04-27
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

defectief

gebrekkig, onvolledig, beschadigd; niet alle tijden of vormen hebbend (van werkwoorden).

2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

defectief

Fr. 1 bn. (gebrekkig; onvolledig; spraakk. v. w.w.: niet alle vormen of tijden hebbend): een - werkwoord, b.v. zullen; 2 o. defectieven (een defectief werkwoord).

2024-04-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Defectief

[Lat.], I. bn., gebrekkig, onvolledig; (taalkunde) defectieve werkwoorden, die niet alle vormen of tijden hebben; II. zn. o., defectief ww., defectivum.

2024-04-27
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

defectief

defectief, - gebrekkig, onvolledig.

2024-04-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Defectief

DEFECTIEF, bn. gebrekkig, onvolledig.