deal - Zelfstandignaamwoord 1. (informeel) overeenkomst, transactie     ♢ De wethouder had een deal gemaakt met de vastgoedondernemer. deal - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dealen     * Ik deal 2. gebiedende wijs van dealen  &...

deal - zelfstandig naamwoord uitspraak: diel 1. wat je met elkaar hebt afgesproken ♢ na lang onderhandelen hebben zij een deal gesloten 1. ergens een big deal van maken [je er erg druk over maken, er zwaa...

Deal - (Eng.) contract dat wordt afgesloten met een platenmaatschappij.

Een deal is een fusie- of overnametransactie.

transactie

Engelse stad in de county Kent, tegenover de ankerplaats The Downs, 27000 inw. Badplaats met bijna 10 km lange strandpromenade. De bevolking drijft veel handel in scheepsbenodigdheden met ter rede liggende schepen.Deal behoorde tot de zgn. ➝Cinque Ports (13e eeuw-1835) als deel van Sandwich; op last van koning Hendrik v III werden te Deal en omgevi...

[Eng.], m., 1. overeenkomst: dat zit in de —, hoort bij de overeenkomst; 2. koop, handeltje.

Deal - stad aan de O.-kust van het graafschap Kent, Z.O.-Engeland, tusschen Dover en Ramsgate; 11.000 inw. D. is een druk bezochte badplaats en heeft een goede haven. Een groot gedeelte der inwoners vindt zijn bestaan in het verschaffen van levensmiddelen aan schepen, op de reede van Duins, die verblijf houden gedurende stormachtig weer. Visscherij...

deal, - v., (handelsterm) speculatie, waarbij alle voorraden van een koopwaar, zooveel mogelijk worden opgekocht en bij kleine hoeveelheden aan de markt gebracht om de prijzen op te drijven.

Deal - zie Corner.

Eene merkwaardige zeestad, aan de oostkust van het Engelsche graafschap Kent, 4 geogr. mijl ten oosten van Canterbury en aan den spoorweg gelegen, telt nog geen 8000 inwoners, doch bezit een fraai douanen-gebouw, eene zeevaartschool, een groot militair hospitaal, kazernen en magazijnen voor marine. Scheepsbouw, zeilmakerij en handel zijn er de voor...