De toets (kunnen) doorstaan
bestand zijn tegen de proef, het onderzoek, deugdelijk bevonden worden; eig. gezegd van goud, welks gehalte door middel van een toetssteen onderzocht wordt. Vgl. het 17de-eeuwse toets houden, hetzelfde als proef houden (zie b.v. Vondel, Aenleidingh: „De hemelsche Poëzy moet op den toetssteen van een besiepen oordeel proef houden”),...