Wat is de betekenis van doorstaan?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

doorstaan

doorstaan - Werkwoord 1. (ov) ondanks moeilijkheden er nog goed voorstaan Hij heeft de test doorstaan. 2. (ov) overleven. Hij heeft twee oorlogen doorstaan. doorstaan - Werkwoord 1. voltooid deelwoord van doorstaan Woordherko...

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

doorstaan

doorstaan - onregelmatig werkwoord uitspraak: door-staan 1. het meemaken en uithouden ♢ hij doorstond een vervelende ziekte Onregelmatig werkwoord: door-staan ik doorsta jij/u doorstaat...

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Doorstaan

v., trochstean, ûtstean, ûthâlde; (van hitte), daeije; een storm voor anker —, in stoarm ôfride, útride.

2024-04-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Doorstaan

I. (stond door, heeft doorgestaan), (onoverg.) 1. blijven staan, niet van aard of kracht veranderen, inz. van de wind: stevig doorwaaien; 2. (zeew.) laten doorstaan, de zeilen niet reven ; II. (doorstond', heeft doorstaan'), (iets pijnlijks) ten einde toe verduren, lijden (en te boven komen), verduren: wat al rampen heb ik doorstaan ;...

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

doorstaan

I. stond —, h. doorgestaan (1 voortdurend blijven staan; 2 staande blijven tot het einde van [een wederwaardigheid enz.]; verdragen, verduren); 1. ik moest maar —; 2. doorgestaan leed; II. doorstond', h. doorstaan' (ondergaan en te boven komen, verduren); een operatie —, een examen —, de proef —, een beleg...

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

doorstaan

I. ('do:r) (stond door. heeft doorgestaan) 1. aanhoudend staan : ik moest maar -. 2. krachtig waaien : de wind staat door. 3. doormaken : doorgestaan leed. → angst . II. ('sta:n) (doorstond, heeft doorstaan) 1. ondergaan en te boven komen : veel pijn -. Syn. dragen, dulden, lijden, ondergaan, uithouden, uitstaan, verdragen, ver...

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Doorstaan

I. (stond door, heeft doorgestaan), (onoverg.) 1. blijven staan, niet van aard of kracht veranderen, m.n. van de wind: stevig doorwaaien; 2. laten doorstaan, de zeilen niet reven; II. (doorstond, heeft doorstaan), (iets pijnlijks) ten einde toe verduren, lijden (en te boven komen), verduren: wat al rampen heb ik doorstaan; een ziekte niet kunnen d...

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)