Wat is de betekenis van cross?

2025-07-15
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

cross

(zelfstandig naamwoord) [alg.] veldrit, bosloop, terreinwedstrijd - Tijdens de veldrit vliegt de modder de renners om de oren en zijn ze bij de aankomst zo besmeurd dat het publiek ze nauwelijks nog uit elkaar kan houden.

2025-07-15
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

cross

cross - Zelfstandignaamwoord 1. (sport) wedstrijd door open terrein vol natuurlijke hindernissen

2025-07-15
Wielersportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

cross

(de; -es, -en) - verkorting van crosscountry, fietscross, cyclocross.

2025-07-15
Atletiek- en turnwoordenboek

Jan Luitzen (2008)

cross

(de; -es, -en) LO - verkorting van crosscountry, syn. crossloop.

2025-07-15
ABC van de Tennissport

De Bie (1974)

Cross

Schuin, dwars over het veld. C.V.-schaal Bondsonderscheiding voor verdienstelijk werk op organisatorisch gebied. Genoemd naar de legenda- rische tennisjournalist en -propagandist C. Vreedenburgh.

2025-07-15
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Cross

veldloop.

2025-07-15
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

Cross

I kruis; kruisje; kruising, middending (tussen between)\ on the cross, diagonaal, schuin; niet eerlijk; II kruisen; kruisgewijs over elkaar leggen, doorkruisen, strepen, een kruis maken over; met een kruis (je) merken; kruiselings berijden; overschrijden, oversteken, overvaren; dwaromen, tegenwerken; cross one’s mind, bij iemand opkomen; cro...

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-15
Geneeskundig woordenboek (EN-NL)

dr. mr. W. Schuurmans Stekhoven (1949)

cross

kruis; Red cross, Rode kruis; cross fertilization, kruisbevruchting; cross fire, kruisvuur (bij stralenbehandeiing).