kaasstof.
eiwitachtige stof in koemelk die onder meer wordt gebruikt bij het maken van kaas; kaasstof.
Voorbeelden:
Voor de kaasbereiding is caseïne van belang. Deze gaat over in de kaas. De serumeiwitten blijven achter in de wei. De caseïne bevatten vrij veel kalkzouten. Deze kalkzouten komen in de kaas terecht en neutraliseren daar het gevormde zuur.
http://leden.tref.nl/~mur00004/
Deze eerste schildering is gemaakt in een zuivere tempera. Door de aanwezigheid van eiwit of caseïne in het bindmiddel hechtte deze laag zich niet aan de grondlaag van de latere schildering.
http://www.histocasa.nl/content/artikelen/heiligemargaretha.shtml
Iedere Nederlandse kaas moet gemerkt zijn. Dat merken gebeurt door middel van het rijkskaasmerk: een velletje caseïne (een stof die ook uit melk wordt gewonnen) dat tijdens het productieproces wordt bevestigd en daarna één geheel vormt met de kaaskorst.
http://www.hollandsepot.dordt.nl/artikelen/artikelen.htm